maandag 27 september 2010

Mijn Brabant
Ik zie nog steeds een wit gepleisterd huisje

Naast de schuur een groene regenton
‘k zie Brabantsbont boven een wit fornuisje
en voor de deur ons moeke in de zon
Ik droom van Brabant, mijn heerlijk Brabant
Het land van mik en boerenbont
Het plekske waar mijn wiegske stond
Want aan het Brabants land
Heb ik mijn hart verpand
Ik zie de Peel, de heide en de vennen
Op het land het golvend gouden graan
Een woest stuk grond,
Een bos bezaaid met dennen
Een oud kasteel met lange oprijlaan.
Ik ruik de lucht van pas gelooide huiden
En de geur van opgeslagen hooi
Ik hoor de klok van ’t kleine kerkje luiden
En fluister zacht, wat is mijn Brabant mooi.
















 





























 






















Zonnige groeten uit een nat Brabantseland,
ben fffff naar het noorden en hoop daar de komende dagen op beter weer!
Liefs,
Ger




 












donderdag 23 september 2010


 Gelderse roos
(Viburnum opulus)









De Gelderse roos is helemaal geen roos, maar een heester met witte bloemschermen in mei en, zoals de Latijnse naam al zegt, familie van de gecultiveerde sneeuwbal. Hoe is hij dan aan zijn Nederlandse naam gekomen? Waarschijnlijk door een verkeerde vertaling uit het Latijn. De oude graven van Gelre (oude naam van Gelderland) hadden een blad in hun wapen waarvan men dacht dat het van de Viburnum opulus zou zijn, die in het wild in juni prachtig bloeide. Later bleek het om het blad van de mispel te gaan. Een vergissing! Maar de naam bleef. Blijkbaar hadden deze Nederlandse graven zoveel aanzien en invloed, dat de naam in Engeland overgenomen werd.



                                    Zonnige najaarsdag!
                                               Liefs,
                                               Ger